In de boomgaarden leven veel vogels en vleermuizen. Het aantrekken en beschermen ervan is essentieel voor onze telers, die op hun beurt profiteren van hun hulp bij het bestrijden van plaagdieren.

De mees

Deze vogel is een groot liefhebber van insecten zoals rupsen, bladluizen en snuitkevers. Ondanks zijn kleine formaat heeft hij een bijzonder vraatzuchtige eetlust!

Tussen april en juni, wanneer onze appels in ontwikkeling zijn, kunnen ze tot 500 keer per dag van hun jachtgebied naar het nest en terug vliegen om hun jongen te voeden, waardoor ze alleen al in deze periode ongeveer 7000 insecten verorberen!

Roofvogels

Nachtelijke roofvogels, zoals uilen, zijn belangrijke roofdieren van knaagdieren zoals woelmuizen, veldmuizen en mollen, die de wortels van bomen komen opeten. Zo dragen ze bij tot het evenwicht in de boomgaard.

De vleermuis

Vleermuizen zijn insecteneters en voeden zich met alle kleine vliegende insecten (vliegen, muggen, motten, enz.) die ze in de lucht vangen. Ze kunnen tot 600 insecten per uur vangen! Hun nut is bijzonder opmerkelijk, want ‘s nachts jagen ze op insecten die door de dagactieve insecteneters (meikevers, uilskuikens, fruitmotten, pepermotten…) worden gemist.

Laat ze zich welkom voelen

Onze telers laten een deel van hun grond onbeheerd, onderhouden grasstroken tussen de rijen appelbomen, planten hagen van verschillende soorten bomen en struiken en plaatsen nestkasten en waterpunten.

Dankzij deze agro-ecologische voorzieningen kunnen vogels zich langdurig in de boomgaard voeden en vestigen.

Onze werkwijze
in de boomgaard
Het belang van biodiversiteit in onze boomgaarden